STRAATNAMEN EN HUN OORSPRONG

[ terug ]    

De Ledebergse straatnamen en hun oorsprong

 

Achilles Heyndrickxlaan: Geboren te Gentbrugge als zoon van een machinist. Trad in 1927 in de gemeenteraad van Ledeberg. Hij werd in het college van burgemeester Cardon in 1927 schepen van de burgerlijke stand. Hij werd volksvertegenwoordiger en apotheker. Politieke gevangene Nr. 54.807. Was een zeer idealistisch man, scoutsmaster van de zeescouts, waagde dikwijls zijn leven bij het redden van mensen die bij ongevallen aan de zeer smalle Keizerpoort destijds in het water terechtkwamen. Heyndrickx stierf te Ledeberg op 15 november 1953.

 

Adolf Van Ooteghemstraat: Dokter in de geneeskunde en oud-burgemeester van Ledeberg, directeur van het Hospice, oneervol ontslagen door zijn aartsvijand en partijgenoot Arthur Latour in 1907. Deze straat droeg vroeger de naam van een groot geleerde Justus Lipsiusstraat.

 

Arsenaalstraat: Thans Pater Petrus De Meyerestraat. De straat werd genoemd naar de naam der centrale werkplaats van de N.M.B.S. welke werd aangelegd in 1885 en die 1200 man tewerk stelde. Pater Petrus De Meyere was Ledebergenaar van geboorte en Minderbroeder en tevens Historicus. Hij verbleef destijds te Turnhout, in de Paterstraat 122 te Eeklo en te Ronse op de Steenweg van Ellezelles. Hij overleed in het hospitaal van Ronse.

 

Arthur Latourstraat: Handelsreiziger in koperkuis en blink voor de fabriek Rinskopf, burgemeester en verwoed tegenstander van Van Ooteghem, niettegenstaande zij partijgenoten waren.

 

Bellevuestraat: In de volksmond de Traverstraat genoemd omdat er een overweg was van de IJzerenweg die naar het station van Gent-Zuid liep. Er was ook een tunnel aanwezig in de Rode Leeuwstraat. Deze bereikte de Schelde niet zoals nu. Er waren daar niets anders dan meersen.

 

Binnenweg: In de volksmond het Luizengevecht genoemd, niet dat de luizen daar speciaal vochten, maar omdat er daar 4 beluiken in uitkwamen en er zeer veel kinderen woonden. In 1865 kon men vanuit de Binnenweg naar de Brusselsesteenweg kijken. Er stonden nog geen huizen langs de Van Lokerenstraat en de Nieuwstraat, nu genaamd Van Bockstaelestraat.

 

Bloemstraat: Aangelegd in 1872 verwierf zij haar naam aan een herberg die er tegenstond en die de "Bloem" noemde.

 

De Mildreef: Fransiscus De Mil werd geboren op 19.3.1786. Hij overleed op 24.12.1852. Hij werd bij vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg op 24.11.1834 assessor van de burgerlijke stand wegens klaarblijkelijke onbevoegdheid van de titularis schepen van de burgerlijke stand van Ledeberg.

 

Doorgangstraat: Aangelegd in 1867 en de werken zijn beëindigd in 1868.

 

Doorgang der Hallegasten : Weg waarlangs men vroeger op Bedevaart ging naar O.-L.-V. van Halle in Brabant en naar de potjesmarkt in Sint-Lievens-Houtem. Maar de vroede vaderen in Brabant bekloegen zich weldra over het onwelvoeglijk optreden van de bedevaartgangers en er werd ook wel eens gestolen in Halle door die van Ledeberg.

 

Dr. Van Bockstaelestraat: Eertijds de Nieuwstraat genoemd omdat dit de enige geordende straat van Ledeberg was. Dr. Van Bockstaele was schepen van onderwijs te Ledeberg en hoofddokter van het Hospice.

 

Edward Blaesstraat: Toonkundige en directeur van de muziekschool, woonde lange tijd in de Van Lokerenstraat; de eerste benaming van de Van Lokerenstraat was Driestraat en die kwam uit op de Brusselsesteenweg.

 

Frans De Coninckstraat: Toonkundige en direkteur van de muziekschool. Vroegere benaming Stationsstraat, omdat de in- en uitgang van het vroegere station van Ledeberg er gelegen was.

 

Froebelstraat: Eertijds noemde men het de "Kleine Binnenweg" eveneens als de "Toverressestraat". Froebel, geboren in 1782 en overleden in 1852 was de grondlegger van het kleuteronderwijs en tevens van het lager onderwijs.

 

Gaston Crommenlaan: Crommen, geboren op 11 juli 1897. Burgemeester en senator, eerste ondervoorzitter van de Senaat, hoofdredacteur van het blad Vooruit, 40 jaar actief geweest in het politieke leven van Ledeberg, en overleden op 22 januari 1970.

 

Guido Gezellestraat: Eerst droeg zij de benaming van Kazernestraat naar aanleiding dat er daar een achttal huizen stonden die éénvormig van stijl waren gebouwd; de mensen noemden het daarom de Kazerne.

 

Willem Blanckestraat: Eertijds Kleine Binnenweg, Toverressestraat, Blancke was schepen van Ledeberg en secretaris van Bond Moyson en overleed in 1925.

 

IJzerweglaan: Dit was de weg langs waar de eerste trein in 1837 van Gent-Zuid naar Dendermonde liep.

 

Kerkplein: Nu Ledebergplein van Ledeberg. Voorheen de Poel van Ledeberg, opgevuld met de resten van de afbraak van de blauwselfabriek in de Peter Benoitstraat alias Rode Leeuwstraat, alias Balansstraat. Droeg ook lange tijd de benaming
Vooruitgangplaats en in de bezetting Albrecht Rodenbachplein.

 

Koningin Astridstraat: Eertijds Harmoniestraat genoemd nar de Harmonie Concordia. Sinds 1983 terug Harmoniestraat. De Harmonie Concordia bestaat heden ten dage nog altijd (is opgericht in 1858).

 

Lachaertstraat: Burgemeester van Ledeberg, droeg voordien de benaming van het Halvemaanstraatje, genoemd naar een herberg die tegenover stond. De herberg "Hale Mane", die reeds genoemd werd in 1690. Pieter Lachaert was burgemeester in 1769.

 

Lindestraat: Eertijds droeg zij de naam Egide Bertinstraat, een grote huiseigenaar en aannemer; hij was ook gemeenteraadslid van Ledeberg. De naam Linde werd gegeven omdat er destijds enkele Lindebomen stonden.

Louis De Smetstraat: Hovenier en tuinbouwkundige, schepen van Ledeberg geweest.

 

Moriaanstraat: Bij het volk gemeentelijk de Snottebelle genoemd of ook snottemuile. De Rietgracht kwam er in uit en het volk deponeerde er zijn afval. De straat ontleend haar naam aan een herberg de "Moriaan" in 1759.

 

Pacificatiestraat: Huidige benaming Landjuweelstraat. Ontleend haar naam aan de Pacificatie of Bevrijding van Gent in 1576 afgesloten "en werd aangelegd in 1873".

 

Peter Benoitstraat: Bij het volk de blauwe cité genoemd omdat er daar eertijds een blauwsel fabriek stond. Voordien droeg zij de naam van de Rode Leeuwstraat ontleend naar een afspanning en postiljon naar Zottegem in 1759. Daar was ook een vlas- en granenkoopman gevestigd.

 

Pol De Vischstraat: Eertijds Hervormingsstraat als herinnering aan de Godsdienst beroerten. Pol De Visch was burgemeester van Ledeberg en volksvertegenwoordiger van 1921 tot 1926. Hij werd krankzinnig en stierf te Ukkel in 1930.

 

Posthoornstraat: In die straat juist tegenover de ijzergieterij van De Bruycker-Dutry was het eerste postkantoor van Ledeberg gevestigd. Ook de diligentie vertrok er naar Oudenaarde en Aalst. Tegenover de fabriek van De Bruycker-Dutry was er ook vele jaren een hoefsmid gevestigd.

 

Reystraat: Rey Ainé, afkomstig uit Ruisbroek als marchand met garen, kwam zich te Ledeberg vestigen omstreeks 1830. Hij richtte 2 fabrieken op, een vlasafdeling en een weverij. Hij verschafte werk aan 800 personen.

 

Schoolstraat: Aangelegd in 1872 was deze eertijds het depot van de paardentram. Deze straat werd eens hevig geteisterd door de brand die in het depot had plaatsgevonden.

 

Van de Veldestraat: Laatste levende abt van de Sint-Pietersabdij en te Ledeberg overleden te 1927.

 

Van Geertstraat: Kolonel in het Belgische Leger, zeer taalminnend en verwoed aanhanger van toneel. Samen met Louis Minard stichtte hij de eerste Vlaamse schouwburg in Gent waar de eerste maal de Vlaamse Leeuw werd gezongen als strijdlied van de Vlamingen.

 

Van Hoorebeckestraat: Gewezen burgemeester van Ledeberg. De straat droeg vroeger de naam Rietgrachtstraat. De Rietgracht was van oudsher de grenslijn tot waar de vaderen van de Sint-Pietersabdij hun juridische bevoegdheden uitoefenden.

 

Van Paemel Prosper Vincent: Burgemeester van Ledeberg op 11 februari 1858.

 

Vervaenestraat: Bloemist en gemeenteraadslid van Ledeberg. Zijn bloemisterij was gelegen rond de Sint-Daneelkapel. Zij droeg vroeger ook de benaming van Gontrodestraat, Rodschenheidweg of Controdsche heirbaan.

 

Adolf Papeleupark: Stichter der boomkwekerijen te Wetteren.
Adolf Papeleu is geboren te Aalst op 7 april 1811. Zijn moeder Coleta Tack is bij de geboorte overleden. Adolf Papeleu bracht zijn jeugdleven door op de "Bucht" te Lovendegem.
Reeds in 1836 had hij een eigen kwekerij te Gentbrugge, daar waar het eerste hofbouwgesticht Van Houtte zou komen.
Adolf Papeleu kwam met Van Houtte in contact en samen vormden zij een vennootschap tot in 1845.
Door toedoen van een schepen uit Wetteren, nl. Stuze Van Goethem, kwam hij naar de "Hei" te Wetteren, om er alleen een kwekerij op te richten. De gronden werden gehuurd van Burggraaf Constant de Gorgeette d'Argoves uit Sint-Omaar (Fr.), die gehuwd was met Zanais de Bueren uit Melle. Adolf Papeleu had echter nog een klein bedrijf te Ledeberg, daar waar nu het Dienstencentrum Ledeberg staat. Hij verbleef er in zijn verdwenen Pagode, aangekocht door de Vrederechter Goedgebeur van Evergem.
Adolf Papeleu werd op 6 juli 1844 benoemd tot overste van de ontdekkingsreizen naar Guatemala en opzichter te Sint-Thoma. Voor de hoofdstad van Guatemala ontwierp hij een plan voor het aanleggen van een stadspark en had de leiding bij de uitvoering. Nadien ging hij op speurtocht naar de Soenda-eilanden en bracht vandaar heel wat rariteiten mee. Adolf Papeleu kreeg te Ledeberg het bezoek van José-Christobal de Guermetta, samen met zijn Dame Conchita Lutetia Hertha van Herzberg. Deze kwamen in opdracht van hun regering Carrara en schonken hem drie zaken, nl. 1) een grote som in gouden geld 2) een oorkonde van ereburger 3) een mededeling dat een straat naar hem zou genoemd worden. "De Caljée Papelen"/
In Deurle is er een laan genaamd : Papeleugoed.
In Aalst is er een Papeleustraat, een plaket, een Papeleukermis, een Papeleulied, een Papeleumars en een Papeleupostdagstempel.
Een grote "Papeleutentoonstelling" is in het vooruitzicht.




 

 

 
                                  © Dekenij Ledeberg vzw    Alle rechten voorbehouden